Aan het woord…wethouder Anna van Popering-Kalkman
Wat is uw achtergrond?
“Ik ben hiervoor 15 jaar advocaat geweest. Ik kom uit het bedrijfsleven, maar ben acht jaar gemeenteraadslid geweest. Dus de lokale politiek is mij bekend. Ook ben ik voorzitter geweest van de Commissie Samenleving. Daar behandelen we alle onderwerpen waar ik als wethouder nu over ga. Het sociaal domein is mij zeker bekend.”
Wat is uw eerste reactie op Campus Gouda als wethouder Zorg?
“Campus Gouda is bevorderlijk voor de samenwerking tussen de verschillende zorginstellingen in regio Midden-Holland. Door het tekort aan personeel is het noodzakelijk om samen te werken. Je kan als bedrijf of instelling niet meer alles bij jezelf houden. Door corona zie je dat bijvoorbeeld ziekenhuizen en zorginstellingen elkaar meer weten te vinden. Campus Gouda helpt daarbij en faciliteert. De werknemers van verschillende zorgorganisaties zitten letterlijk naast elkaar in de schoolbanken. Een zorgprofessional van Gemiva zit bijvoorbeeld naast iemand van het Groene Hart Ziekenhuis en Zorgpartners Midden-Holland. Campus Gouda brengt partijen bij elkaar.”
Hoe belangrijk is Campus Gouda voor zorginstellingen?
“Campus Gouda helpt mee aan het beeld dat regio Midden-Holland aantrekkelijk is voor zorgpersoneel. Maar ook hoe kunnen we innoveren? Kijk naar het Experience Lab in De Rietkraag. En er liggen nog meer kansen om samen op te pakken. De vergrijzing is volop gaande. Het aantal mensen met dementie neemt toe. Dat verandert ook de zorg. Leven Lang Ontwikkelen is hierbij cruciaal.
De kwaliteit van zorg gaat omhoog als je blijft leren. Campus Gouda biedt een laagdrempelige manier om weer de schoolbanken in te gaan. Sommige studenten die nu één van de hbo modules volgen hebben al 20 jaar niet meer een opleiding gevolgd. Heel mooi dat mensen die uitdaging aan gaan. Dichtbij je werk en huis, dan is het makkelijker in te passen.”
Wat is uw ambitie als het gaat om Campus Gouda?
“Dit is nog maar het begin. Ik hoop natuurlijk dat we Campus Gouda verder kunnen uitbouwen en verder ontwikkelen. We hebben een mooie stap gezet met Arti Legi, waardoor we nu een eigen gebouw hebben waar lessen gegeven kunnen worden. Dan krijgt het een nog tastbaarder vorm. Maar ik denk ook aan onze alumni. Welke rol kunnen we hen geven? Kunnen we daar een mooi netwerk van maken, zodat je dat ontmoetingsaspect vasthoudt en kennisdeling stimuleert. Wat kunnen we nog meer doen met die zorginnovaties? Ambities genoeg.”
Waar bent u trots op?
“Ik ben vooral trots op die mensen die toch de uitdaging uitgaan, met alle drukte die er nu is in de zorg, mensen moeten extra diensten draaien om gaten op te vullen. Het is best een pittige tijd. En dat je dan zo’n grote groep hebt die toch deze stap maakt en zichzelf wil ontwikkelen en wil leren. Daar heb ik groot respect voor.”