Aan het woord…. Geert Roovers


6 juli 2023
Afbeelding Geert
Meer young professionals ontwikkelen voor het werkveld

Als lector Bodem en Ondergrond aan de Hogeschool Saxion focust hij zich op bodemdaling, de bijdrage van ondergrond aan de energietransitie en de bijdrage van de ondergrond in verstedelijking. Dat Geert Roovers enthousiast is over de start van de hbo module Duurzaam Bodem Management bij Campus Gouda moge duidelijk zijn. Dit keer is de lector aan het woord.

 

Tekst gaat verder onder de foto

Wat intrigeert jou rondom het vraagstuk bodemdaling?

“Het is een sluipend probleem wat van iedereen is, maar niemand nam de verantwoordelijkheid over het geheel. Dat fascineert mij. Iedereen heeft een klein stukje van de puzzel in handen, maar er moet per definitie samengewerkt worden om het op te lossen. Het valt me op dat er veel kleine deeloplossingen worden bedacht, zoals funderingsherstel, lichter bouwen, maar geen overkoepelend beleidsstrategie. Daar moeten we iets mee. Er gebeurt nog te weinig, maar het begint wel te komen. Ik merk dat er een omslag gaande is en dat bodemdaling niet meer wordt gezien als het probleem van een aantal gemeentes, maar als nationaal probleem en dat we er dus ook op nationaal niveau iets mee moeten.”

Wat is jouw rol bij Campus Gouda?

“Als lector bij Saxion ben ik betrokken bij het ontwikkelen van het onderwijs voor de module Duurzaam Bodem Management. Vanuit Saxion zijn wij trekker vanuit netwerk KOBO: het Kennis Onderwijs Centrum Bodem en Ondergrond. Dat is een samenwerking vanuit het werkveld en de hogescholen om de positie van bodem en ondergrond in het hoger onderwijs te versterken. Vanuit dat netwerk zijn we in contact gekomen met Campus Gouda. Hoe kunnen we elkaar helpen?”

In september start bij Campus Gouda de eerste module Duurzaam Bodem Management. Wat vind je daarvan?

“Fantastisch. Eén van de belangrijkste reden om het lectoraat te beginnen is om meer ‘young professionals’ te ontwikkelen voor het werkveld. Dat doen we vanuit Saxion, vanuit netwerk KOBO. Geweldig dat er nu iets is ontstaan in Gouda dat geïnitieerd is door gemeentes en verschillende partijen erom heen waar echt actief gewerkt wordt aan die nieuwe professionals. Mooi dat je daar samen onderwijsmodules voor kan ontwikkelen. Zo lever je maatwerk: onderwijs via Saxion en het werkveld.”

Is deze module uniek?

“Ja, het wordt nog nergens zo specifiek gegeven. Er is wel aandacht voor bodemdaling, maar het zit niet echt in het curriculum bij veel opleidingen. Zo geef ik een gastles over bodemdaling bijvoorbeeld bij de opleiding Civiele techniek, of studenten doen iets op projectbasis aan bodemdaling. Maar dat is niet zo uitgebreid als deze module. Duurzaam Bodem Management zoekt de breedte op. De module is interessant voor iedereen die op de één of de andere manier met bodemdaling te maken heeft. Of je nou bij een gemeente werkt op het gebied van ruimtelijk domein of werkt bij een adviesbureau, een bouwbedrijf of een technisch bedrijf. Ze kunnen allemaal een deel van die puzzel oppakken.”

“Wat zou jij in die toekomst een mooi vervolg module vinden bij Campus Gouda op dit gebied?”

“Het zou mooi zijn als we de volgende module wat meer de verdieping in gaan op een aantal onderdelen. Maar ik denk ook aan een vervolg hierop, bijvoorbeeld Bodem en Duurzame energie, Ruimtelijke ontwikkeling en Klimaat en Bodem. Maar als lector hoop ik ook dat er onderzoek en innovatie aan wordt gekoppeld. En dat we rondom bodemdaling ook een aantal zaken gaan oppakken, zoals nieuwe technieken, werkwijzen voor de ruimtelijke ontwikkeling, data en informatie. Dat we het vraagstuk bodemdaling onderzoekmatig verder brengen met gemeentes, bedrijven en waterschappen. Maar dat het wel een koppeling krijgt in die modules, zodat de kennis die je ontwikkelt, terugvloeit naar de opleiding. En ik hoop dat landelijk allerlei partijen die met bodemdaling te maken hebben naar Gouda komen. Bodemdaling speelt in tweederde deel van Nederland.”

Is bodemdaling op te lossen?

“Heel basaal? Ja en het kan vrij simpel, maar dat heeft grote consequenties. Het is op te lossen door het waterpeil niet meer te verlagen, dan stopt op een gegeven moment de bodemdaling. Het gevolg daarvan is dat de hele manier waarop we een groot deel van Nederland hebben ingericht, moeten veranderen. Is dat haalbaar? Dat is de vraag.

Denk bijvoorbeeld aan een veenweide met koeien in de wei. Dat gaat dan veranderen, want dat wordt moeras. Daar komen andere teelten, andere begroeiing. Dan moeten we ook op veel plekken anders bouwen en misschien op hogere delen gaan bouwen. Op lage delen komen dan drijvende gebouwen. Maar hoe we met bodemdaling omgaan, dat kan één gemeente niet alleen. Dat moet een samenwerking zijn op nationaal niveau tussen verschillende partijen.”

Wat zou je wensen voor de toekomst als het gaat om bodemdaling en onderwijs?

“Het is belangrijk dat we meer in de hele lijn van het onderwijs hier aandacht aanbesteden. Laat ook het mbo aansluiten, want we hebben vakmensen nodig, rondom bouw en techniek, ict, waterbeheer. Maar ik denk ook aan het voortgezet onderwijs en misschien ook wel op de basisschool. Er moet meer aandacht worden besteed aan aardrijkskunde. Hoe is ons land ingericht? Met welke opgaves hebben we te maken, want bodemdaling is er daar maar één van. De opgaves worden eigenlijk alleen maar groter. We moeten meer inzetten op een Human Capital Agenda voor bodem om de aandacht te vergroten en de instroom van jongeren die hierin willen werken te maximaliseren.”

 

Wethouder Thierry van Vugt en Geert Roovers ondertekenen de intentieovereenkomst hbo module Duurzaam Bodem Management.

Hoe ben je bij het onderwerp bodemdaling terecht gekomen?

“In 2015 ben ik begonnen als lector Bodem en Ondergrond bij Saxion. Dat was vrij breed en er was toen nog niks. Ik heb het opgezet vanuit twee perspectieven. We willen verjonging, nieuwe professionals in het werkveld. En de tweede is wat zijn de grote bodemopgaven? Hoe kunnen we daaraan bijdragen? Vanuit die verkenning kom je uit bij bodemdaling. We zijn toen vrij snel aangehaakt bij het Platform Slappe Bodem waar diverse gemeentes en kennisinstellingen bij zijn aangesloten. Aansluitend hebben we zitting genomen in het Nationaal Kennisprogamma Bodemdaling.”